Je bekijkt nu Sakura
  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Blog
  • Bericht reacties:0 Reacties
  • Leestijd:3 minuten gelezen

Sakura

De kersenbloesem – sakura – is een traditioneel Japans symbool voor de schoonheid en de vergankelijkheid van het leven. In de vroege lente liep iedereen nog een beetje ineengedoken vanwege de frisse kou. Maar  de kersenbomen in de voortuin stonden al in volle bloei. Ze stonden op een voorname plek, tussen de kannondo (Kanzeon-tempel) en de hondo (Dharma-hal).

Roshisama werd het niet moe ons te wijzen op de kracht van de sakura, de lichtroze kersenbloesem. ‘De kersenbomen staan de hele winter in de ijzige kou, maar ze klagen nooit!
De tere bloesem toont haar pracht aan iedereen, terwijl er haast nog sporen sneeuw liggen.’

‘Monku wa gozaimasen’ – ‘er zijn geen klachten’  herinnerde Harada Tangen ons keer op keer. ‘Wat valt er te klagen? Ontvang alles wat het leven brengt met een diep dankjewel! Banpuku – ontelbare zegeningen. Wees dus zoals de sakura, zonder klachten! Bloei ook in de winterse kou.

Aan het einde van het ontbijt kondigde Dogo, onze hoofdmonnik, zoals gewoonlijk het werk voor de ochtend aan. Vandaag moesten we de paden voor de hondo schoonvegen. De sakura was uitgebloeid, en de gevallen bloesem bedekte de paden voor de hondo. Dat zou al gauw een gladde toestand kunnen worden. Dus tijd om ze op te ruimen.
Roshisama schraapte opeens luid zijn keel en Dogo keek hem verrast aan. ‘De sakura, de sakura…’ zei roshisama met bewogen stem. ‘Die tere bloemblaadjes, heb je gezien hoe mooi ze zijn? Ieder bloempje is leven van onschatbare waarde. Laat ze gewoon liggen waar ze zijn; we verstoren ze niet!’ 
Wij, de sangha, keken naar het tafelblad voor ons, verrast en onder de indruk van roshisama’s emotie – maar ook geamuseerd en benieuwd hoe de hoofdmonnik het zou oppakken. Dogo viel een paar tellen stil, toen knikte hij enthousiast, met pret in zijn ogen en een vrolijke grijns. ‘De paden worden niet geveegd’ corrigeerde hij zich, ‘we gaan de begraafplaats onderhouden.’ Dat was een andere altijd terugkerende klus: wieden, vegen en snoeien op de begraafplaats bij de tempel. Even goed.

Toen we even later uit de eetzaal naar buiten liepen de voortuin in, zagen de paden onder de kersenbomen er opeens onbeschrijflijk mooi en lieflijk uit, met hun witgebloemde patronen.

Geef een reactie