Je bekijkt nu Niet vergelijken!
  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Blog
  • Bericht reacties:0 Reacties
  • Leestijd:5 minuten gelezen

Comparison is the death of joy.
― Mark Twain 

Afgelopen zondag weer een ‘Buddhist talk’ in The Conscious Club. Het ging over mudita, medevreugde, een van de vier Brahmavihara’s (letterlijk ‘goddelijke verblijfplaats’, zoals metta, compassie en gelijkmoedigheid).  Twee mooie, jonge mensen kwamen luisteren, hip gekleed, mooi gekapt en opgemaakt. Ze zaten doodstil op hun yogamat om met grote ogen te luisteren naar de wijsheid van de Boeddha. Ik begon te vertellen over ‘mana’ en over de ziekte van het onszelf vergelijken met anderen. 

Mana is een boeddhistische term die arrogantie of trots betekent. Het liefst wanen we ons natuurlijk altijd beter dan de rest. Onze mind weet de dingen wel zó te draaien dat we er fraai vanaf komen. Onze gedachten creëren steeds opnieuw een zelfbeeld, een idee van hoe en wat we zijn. Omdat niets in ons statisch is, moet dit beeld steeds bijgesteld worden. Daar besteden we doorgaans een hoop denkwerk aan. (Heel vermoeiend.)
Dat zelfbeeld toetsen we vervolgens aan het beeld dat we van anderen hebben: we vinden onszelf beter, slechter, of gelijkwaardig.
Hoe dan ook leven we hiermee in een voortdurende spanning, een gevoel van competitie en afgescheidenheid.  

Mooji zegt soms ironisch: ‘Comparing the best in yourself with the worst in others.’

Wanneer wij zelf iets onhandigs doen, hebben we daar tal van excuses voor. We hebben het liever over onze goede kanten.  Maar als een ander een vergissing begaat, dan zijn we er als de kippen bij om te oordelen, en voelen ons zelfs gerechtvaardigd om de persoon in kwestie helemaal te verwerpen. Bijvoorbeeld, je ergert je als een collega nooit eens goed opruimt, maar waarschijnlijk heb je zelf ook een slechte gewoonte op een ander vlak. Toch zeg je: ‘Die idioot, zoiets zou ik nou nooit doen!’ Er ontstaat een gevoel van superioriteit en daarmee verwijdering, een afstand, een spanning. Als we ons in de schoenen van de ander zouden plaatsen, zouden we niet meer zo hard oordelen. Dan zou er vanzelf een mildheid komen.

Dit beperkte perspectief treedt trouwens ook op, als je je in het verkeer begeeft. Als voetganger oordeel ik over de razende fietsers in de stad; als fietser oordeel ik over de slome voetgangers, in de auto oordeel ik weer over de fietsers en de andere automobilisten, enzovoorts. Mijn eigen positie is steeds het ijkpunt. Natuurlijk kan het ook andersom zijn, wanneer we onszelf niet kunnen vergeven. Je bent een keer onaardig en voelt je eíndeloos schuldig. Je blijft ineenkrimpen terwijl je jezelf verwijt: ‘Hoe kon ik nou zo doen?’ Een ander zou je het makkelijker vergeven.  

Te veel oordelen en gedachten! Begin eens op te merken hoe dit allemaal voelt. Het hart krimpt ineen, we voelen ons gespannen en achterdochtig. Soms is er trots en dan is het ego tevreden, maar nog steeds voelen we ons niet ontspannen of verbonden. Dit is wat vergelijken doet! Het maakt de wereld tot een heel onveilige plek.

Nu de uitweg: stop met vergelijken. Stop met oordelen. Probeer niet perfect te zijn. Probeer sowieso niet íemand te zijn. Wees stil en open in het moment. Je bent veel groter dan dit alles, als oneindige ruimte.
Beoefen mudita. Mudita is meevoelen met het succes van anderen. In plaats van jaloezie te voelen als je vriend(in) een fantastisch nieuw huis heeft, gewoon blij te zijn! Zonder de bijgedachte ‘Ja maar, waarom ik niet?’ Geniet simpelweg van zijn/haar geluk. Wat een vrijheid.

Met mudita-meditatie richt je je op die vreugde door iedereen het beste te wensen, te wensen dat hun succes bij hen blijft, dat het nog beter mag gaan zelfs. Je geeft geen voeding aan het jaloerse stemmetje. Grappig genoeg wordt je dan meteen gelukkig, want je hart is open en warm.  In wezen zijn we niet gescheiden. We leven samen het leven dat een groot geheel is. Als een struik prachtig bloeit, ben je dan jaloers? Nee, tuurlijk niet, je bewondert hem gewoon. De struik leidt zijn eigen leven. Geniet ook, wanneer een ander mens bloeit in zijn of haar eigen leven. Zo mee te voelen is uiteindelijk onze natuurlijke staat.

Toen ik mijn ‘Buddhist talk’ en meditatie afsloot, waren de jonge mensen een tijdje stil. Ze zagen er opeens zachter en meer ontspannen uit, leek het. De vrouw zei peinzend: maar is dat niet wat de social media ons de hele tijd laten doen? Opscheppen en vergelijken? Ze schudde haar hoofd en zuchtte. ‘Ik voel me nu een stuk beter dan toen ik binnenkwam’, zei ze. Ik besef nu, dat ik mezelf aanvankelijk ook onbewust een beetje met hen vergeleken had: zo jong, zo mooi en perfect gekleed. Daar zat ik dan in mijn tweedehands jurk met mijn scheve bril, de oudste dame van de yogastudio. Maar in zo’n moment van samen oefenen ben ik heel gelukkig, dan vallen uiterlijkheden helemaal weg; we praten over iets wezenlijks, universeels en begeven ons naar een hogere plek in onszelf, voorbij alle wereldse definities. Puur zijn.

Dat is wat de practice kan doen.

Geef een reactie