Je bekijkt nu De leeuw die je bent
  • Bericht auteur:
  • Berichtcategorie:Blog
  • Bericht reacties:0 Reacties
  • Leestijd:3 minuten gelezen

Een schaapsherder vertoefde op een dag vredig met zijn kudde aan de rand van het woud. Tot er opeens een leeuwin uit het groen tevoorschijn kwam…. de herder en zijn schapen verstijfden van schrik. Maar de leeuwin zakte op het gras ineen, baarde daar moeizaam een welpje en stierf daarop van uitputting. Moederlijk ontfermden de schapen zich vanaf dat moment over het pasgeboren leeuwtje, met hun melk en warme vachten. 
Zo groeide de leeuwenwelp op als een schaap: hij leerde te blaten als een schaap, te lopen als een schaap en te grazen. Hij wist niet beter of hij was zelf ook een schaap.
Maar op een dag sloop er een hongerige leeuw op de kudde af. Hij verschool zich spiedend tussen het gewas en schoot toen in de aanval. De schapen stoven luid blatend uiteen. Ook de kleine leeuw maakte zich uit de voeten. De grote leeuw was zó verbaasd om dit te zien, dat hij zijn honger helemaal vergat. Hij joeg de kleine leeuw apart op en isoleerde hem van de kudde.
Bevend van angst keek het jonge dier hem aan. ‘Waarom ben je zo bang?’ vroeg de grote leeuw verbaasd, ‘weet je wel wie je bent? ‘
‘Ik ben maar een schaap’, antwoordde de kleine leeuw, ‘alsjeblieft, doe mij niets aan!’
De grote leeuw voerde hem vriendelijk mee naar een meertje; samen keken ze daar in de waterspiegel.
‘Kijk dan’,  zei de grote leeuw, ‘zie je je eigen gezicht nu naast dat van mij? Dat ben jij, een echte leeuw, een roofdier. Je zou moeten brullen!’
En dat is precies, wat de kleine leeuw deed. Hij brulde voor het eerst van zijn leven, vol energie en vreugde.


Dit verhaal gaat natuurlijk over ons; we wanen ons immers zwak en kwetsbaar. Omdat we mensen-lichamen om ons heen zien, gaan we ervan uit dat wij ook niet meer dan een lichaam zijn, een begrensde persoon.
Maar op een dag kunnen we wakker geschud worden en gaan zien wat onze werkelijke natuur is: puur bewustzijn. We zijn het bewustzijn dat lichaam en geest ervaart. De stille getuige die het leven observeert. Deze getuige is zelf onveranderlijk en tijdloos.
Ga maar eens na: als kind ervoer je een kinderlichaam en kindergedachten, als tiener een tienerlichaam met tiener-ideeën, en ook nu nog blijven onze gevoelens en gedachten altijd veranderen. Alleen datgene in ons, dat al die verschillende perioden onbewogen gadeslaat, is blijvend. De stille waarnemer van het hele leven, van begin tot eind. Onbepaald door goede of slechte tijden, helderheid of verwarring; dit waarnemend bewustzijn is er altijd. 
Niemand spreekt hierover – nou ja, bijna niemand. We spreken elkaar aan als persoon met allerlei problemen, met winst en verlies.
We zouden elkaar vaker aan onze tijdloze natuur moeten herinneren. Elkaar herkennen en erkennen als puur bewustzijn, want iedereen is alleen maar de getuige van zijn gedachten en gevoelens. In essentie zijn we niet anders, niet gescheiden. Je bent niet wat je denkt en voelt, want dat is allemaal heel vluchtig.
Wat we werkelijk zijn, die stille getuige, is er altijd; en is altijd in vrede. Alles wat je ervaart, ervaar je vanuit die stille plaats. Herinner jezelf daaraan. Maak er contact mee. Observeer gedachten en gevoelens; ga er niet mee aan de haal, probeer ze niet vast te houden, ze drijven vanzelf weer voorbij. Wees de stilte.

Geef een reactie