All unhappiness comes from wanting to be happy yourself.
All happiness comes from wanting others to be happy.
Toen ik nog mindfulness-lessen gaf aan kinderen, deed ik soms een bewustwordingsoefening met een ‘geluksmeter’. Ik tekende dan eerst een horizontale streep op papier en zette aan het linkereind een verdrietige smiley met het cijfer 0 en aan het rechtereind een vrolijke smiley met het getal 10. Vervolgens legde ik een potlood dwars op de streep en vroeg de deelnemers ermee aan te geven hoe gelukkig ze zich voelden, op dat moment. Wat opviel, was dat de kinderen het potlood meestal ergens rond de 8 legden, terwijl de moeders die meededen, doorgaans een kleine 7 scoorden.
Het lijkt alsof kinderen van nature gelukkiger zijn dan volwassenen, misschien omdat ze minder zorgen hebben, meer in het moment leven en gewoon genieten van de kleine dingen.
Ook als ik mijn eigen oppaskinderen indertijd op een willekeurig moment vroeg of ze gelukkig waren, zeiden ze altijd: ‘Ja!’. En als ik dan vroeg waarom, zeiden ze bijvoorbeeld: ‘Omdat we in de auto zitten met u’, of: ‘omdat we buiten fietsen.’ Zo simpel kon het zijn. Maar dit terzijde.
Als ik bij de oefening in het mindfulnessklasje vroeg aan de kinderen hoe gelukkig ze werden van een koekje, dan ging het potlood steevast helemaal naar 10 – of er zelfs aan voorbij! Ter vergelijking vroeg ik ze dan waar het potlood zou komen te liggen als ze mediteerden. Dan kwam het tussen de 9 en de 10 terecht. Dat was voor mij als mindfulnessjuf wel bemoedigend.
‘Is het geluk dat je voelt als je mediteert hetzelfde als het geluk bij een koekje?’ vroeg ik hen.
‘Nee, dat is anders’, gaven ze aan. ‘Mediteren is een rustiger soort geluk, eigenlijk fijner, en het blijft ook langer bij je.’
Ik was blij verrast, wat een wijsheid zat daarachter…
‘Dus als je nu mocht kiezen tussen mediteren of een koekje, wat zou je dan kiezen?’ vroeg ik hoopvol.
‘Een koekje natuurlijk!’, was de enthousiaste respons. Ik moest erom lachen. Zo eerlijk.
Dan aten we in de les nog maar eens een koekje, maar wel met meditatieve aandacht – the best of both worlds.
Is wat deze kinderen zo eerlijk in zichzelf observeerden, niet ook iets wat wij zelf geregeld ervaren? Hoe vaak gaan we niet voor een snelle kick, een klein genoegen, iets van afleiding of opwinding? Hoewel we weten dat het misschien beter zou zijn om rustig te blijven zitten, niet weg te lopen maar te arriveren in het moment. Een meditatie doen, je adem volgen of aandachtig observeren hoe de gevoelens en gedachten in je voorbij trekken.
Veel van onze gedachten gaan over ‘mij’ en ‘mijn leven’. Wat ik wil, wat ik vind, hoe ik mij voel, waar ik al of niet zin in heb, waar ik sta, wat ik moet… en precies daar komt ook een hoop onrust vandaan. Altijd iets dat lijkt te missen, dat niet lijkt te kloppen, dat nog moet worden opgelost. Het denken verzint voortdurend kleine en grote problemen en doelen.
De Tibetaanse leraar Geshe .. Gyaltsen zegt:
‘Alle ongeluk komt voort uit zelf gelukkig te willen zijn; alle geluk komt voort uit te willen dat anderen gelukkig zijn.’ In zijn traditie is dit een cruciaal inzicht. Zolang we geobsedeerd zijn door onze eigen angst voor pijn en teleurstelling, door ons verlangen naar genoegens, winst, succes enzovoort, leven we in een voortdurende spanning, heen en weer geslingerd door de ups en downs van het leven. Voor één moment ervaren we weliicht het kortstondige geluk van bijvoorbeeld een koekje en dan raken we het weer kwijt.
Maar als we ons egocentrisme zouden laten varen, zouden we bevrijd worden van deze eeuwige beklemming. Ook mijn zenmeester Harada Tangen zei altijd: ‘Laat je egoïstische gesteldheid varen, laat haar los! Zet anderen altijd op de eerste plaats.’ Daar schrijf ik in mijn boek ook over.
Dat betekent niet, dat je jezelf niet mag verzorgen of jezelf moet uitputten, integendeel. Immers, alleen als je gezond en uitgerust bent, kun je klaar staan voor anderen. Maar door jezelf dienend op te stellen, kun je jezelf vergeten in de positieve zin van het woord. Dan kun je een grote vreugde, kracht en innerlijke vrijheid gaan ervaren. Je hoeft niet per se meer
Bijvoorbeeld, als je met de trein reist en je bent geobsedeerd door je eigen comfort en veiligheid, zou je alle medereizigers als potentiële tegenstanders kunnen gaan zien. Maar als je reist met het verlangen om waar mogelijk te dienen, zul je blij zijn als je een medereiziger kunt helpen met bagage, of door prettig gezelschap te zijn of je plek af te staan. Zoveel meer vreugde en verbinding zit daarin! (Zonder dat je een heilige martelaar hoeft te worden… want dat zou opnieuw een egotrip kunnen zijn.)
Nou goed, dit is een veel langere blog geworden dan ik bedoeld had. Ik wens je hoe dan ook een hele mooie zomer toe met vele momenten van vreugde en verbinding!