Zelf-perceptie
Toen ik lang geleden sociale psychologie studeerde, kregen we eens college over de ‘self-perception theory’. Deze theorie is gebaseerd op experimenten waarin proefpersonen hun emoties blijken te baseren op hun gedrag. Normaalgesproken zou je verwachten dat het andersom is: dat het gedrag voortkomt uit de emoties. Maar nu, zelfs al werd het gedrag aan de proefpersonen opgelegd van buitenaf, baseerden zijn hun gevoelens erop. In één experiment bijvoorbeeld moesten proefpersonen een potlood dwars tussen hun lippen houden terwijl ze tekenfilms bekeken. Dankzij hun kunstmatig afgedwongen glimlach, vonden deze mensen de tekenfilms veel grappiger dan de mensen in de controlegroep zonder potlood. De ‘self-perception theory’ stelt zodoende, dat wij onze emoties vaststellen op basis van de reacties die we in onszelf waarnemen. Veel later ging ik het raakvlak van deze theorie met mindfulness zien. Want werkt het niet altijd zo? Hoe weet je het bijvoorbeeld als je verdrietig bent? Je merkt het aan de zware sensaties in het lichaam, aan de tranen in je ogen, aan de treurige gedachten en misschien aan een neiging je terug te trekken. Als je goed kijkt en de blik naar binnen richt, zul je dan ook nergens een ‘ik’ vinden die ‘verdrietig is’, als een soort mannetje in de radio. ‘Verdrietig zijn’ bestaat altijd uit een zekere verzameling van verschijnselen. Iedere keer weer een beetje anders - en altijd in beweging, niet statisch. Elke dag, de hele dag door, zien we hoe zich van alles in ons voltrekt. Omdat we dit ‘mijn gedachten’ en ‘mijn gevoelens’ noemen, concluderen we: ‘dit is wat ik vind, dit is wat ik voel, dit is wat ik wil’. Natuurlijk zijn er - ook zonder boeddhistische oefening - ook momenten dat we ons verbazen over wat zich in ons afspeelt, zonder het al te persoonlijk op te vatten. Vroeger paste…